In onze tuin zit een mol.
Ik weet dat het eigenlijk een mooi beestje is met een glanzend zwart zacht vachtje, een roze neus en roze graafhandjes. Alleen zie ik hem nooit. Hij blijft onder de grond en laat zich nooit zien. Hij is bang. Bang om gezien te worden. Bang dat anderen hem wat aandoen. Dus blijft hij lekker onder de oppervlakte. Ik zie wel dat hij er geweest is. Ik zie wat hij gedaan heeft. Ik zie gangen in het zand en hopen in het grasveld. Hemzelf zie ik nooit.
Wie weet zou het molletje ook wel graag boven de grond willen zijn, zichzelf laten zien, andere beesten zien? Een heel ander leven leiden? Gewoon boven de grond, genieten van het mooie weer, de vogels horen fluiten, de vlinders zien vliegen en alles meemaken wat er in de wereld gebeurt. Iedereen vertellen wat hij heeft meegemaakt tijdens het graven van zijn gangen en wat hij allemaal is tegengekomen. Vertellen wat hij vindt van het weer en hoe nat het was bij de laatste bui. Hoeveel kinderen hij heeft en hoe goed ze al kunnen graven.
Ik denk eigenlijk niet dat het molletje dat zou willen. Molletje heeft eigenlijk geen keus. Het is zijn leven om lekker anoniem en onopvallend te blijven. Slapen, graven, opeten wat je tegenkomt en veilig onder de grond blijven. Dat leven hoort bij een mol, daarvoor hoeft hij niet te kiezen.